Acht jaar geleden kwam Peter van Gelder als DGA aan het roer te staan van het Zaanse bouwbedrijf Van Braam-Minnesma. Het was 2013, de bouwcrisis was net voorbij. De timing bleek perfect. Tijdens de overname realiseerde het bedrijf 7 miljoen euro omzet, anno 2021 is dat 50 miljoen euro. “We voeren met de stroming van de hoogconjunctuur mee, maar er lag nog iets ten grondslag aan dat succes”, zegt Peter.
Hij vervolgt: “Het geheim van Van Braam- Minnesma is onder andere dat we telkens weer complementaire bouwteams weten samen te stellen: een proactieve groep mensen met louter vaklieden die altijd voor de oplossing gaan en bovendien begrijpen dat samenwerken het sleutelwoord van elk bouwproject is. Wij willen geen projecten vol overdrachtsmomenten, maar een project dat van a tot z wordt gerealiseerd met aan het hoofd één bouwteam.” Hij voegt daaraan toe: “Twee randvoorwaarden voor die soepele samenwerking zijn: duidelijkheid en korte lijnen. Het is belangrijk om mensen te laten weten waar zij aan toe zijn en wat van hen wordt verwacht. Zo ontstaat er zelden ruis op de lijn. Daarnaast is een directe communicatie van groot belang. Dus niet over meerdere schijven laten lopen, maar één op één.”
Twee bedrijven, één geheel
Peter van Gelder is 56 jaar. Ooit startte hij bij Wilma Bouw als timmerman en kwam in de ‘kweekvijver’ terecht. Hierna doorliep hij vele afdelingen: van uitvoerder tot werkvoorbereider en van calculator tot inkoper. “Ik ben altijd nieuwsgierig geweest en wilde leren. Daarom volgde ik naast mijn werk vaak opleidingen in de avonduren.” Zijn laatste werkgever was Thunnissen. Samen met de eigenaars van deze onderneming kocht hij Van Braam-Minnesma. In 2017 nam Van Braam-Minnesma het Santpoortse bedrijf Holleman over, dat een erkend restauratiebedrijf is. Daarmee lijfde hij een belangrijke expertise in. Holleman Santpoort draait sindsdien onder de eigen naam door, maar Peter spreekt het liefst van één organisatie. De reden: “Het zijn geen twee eilanden, maar één geheel. Daarvoor is de onderlinge samenwerking gewoonweg te goed en te hecht.”
